5. Ego
5. Psychologie
Elk mens heeft de behoefte om erkend te worden. Ons ego als centrum van onze bewuste persoonlijkheid is een hulp om zowel fysiek, emotioneel en mentaal te overleven. Voel jij je erkend?
Wat als ons ego is gekwetst?
We hebben allemaal een ego.
We kunnen gekwetst raken door wat mensen over ons zeggen, we kunnen egoïstisch zijn, we willen dat anderen een goede indruk van ons hebben, en we liegen om problemen uit de weg te gaan.
Ons ik of ego is het centrum van onze bewuste persoonlijkheid.
Het is het gevoel van identiteit, los van anderen, en het is een instrument om ons in de wereld neer te zetten.
De belangrijkste en sterkste kracht die het kind ertoe aanzet een ego op te bouwen is gebaseerd op de behoefte om zich erkend te weten.
Door zich uit te drukken helpt het ego om fysiek, emotioneel en mentaal te overleven.
Het is een fundamentele behoefte van elk mens om zich serieus genomen te voelen en zich gerespecteerd te weten.
Vanaf het moment van zijn geboorte “test” het kind voortdurend de wereld om zich heen om te kijken waar deze wereld aangenaam en veilig is om zich uit te drukken en zijn behoeften te bevredigen.
Dit “uittesten” herhaalt zich miljoenen keren, telkens wanneer het kind zich waagt aan zijn levensexperimenten.
Ouders maken gebruik van verschillende technieken om bepaalde gedachten, gevoelens en gedragspatronen bij hun kinderen te onderdrukken.
Zij beïnvloeden hun kinderen het meest door het voorbeeld dat ze geven.
Opsplitsing in drie delen
Door de ontwikkeling van het ego raakt je oorspronkelijke heelheid waar je mee ter wereld kwam, versplinterd in 3 verschillende delen:
- Je ´verloren zelf´, die delen van je wezen die je op grond van de eisen van de maatschappij aan je stelde hebt onderdrukt.
- Je ´onechte zelf´, de facade die je hebt opgetrokken om de leemte op te vullen die door deze onderdrukking en het gebrek aan juiste voeding in het leven is geroepen.
- Je ‘afgewezen zelf´, de negatieve delen van je onechte zelf die werden afgekeurd en die je daarom hebt ontkend.
Krachtige persoonlijkheid
Je verloren zelf is vrijwel helemaal uit je bewustzijn verdwenen, omdat de verbinding met deze onderdrukte delen van je wezen is doorgesneden.
Je afgewezen zelf – de negatieve delen van je onechte zelf – zweven net beneden het bewustzijnsniveau en dreigen voortdurend de kop op te steken.
Om dit eronder te houden moet je ze actief ontkennen of ze op anderen projecteren.
Dat deel van je persoonlijkheid dat onderdrukt wordt, wordt schaduw genoemd.
Onze schaduw is opgebouwd uit de persoonlijke schillen en complexen en vormt de poort tot onze diepe, transpersoonlijke ervaringen.
‘Wil het ik of onze persoonlijkheid op een gezonde manier tevoorschijn komen, dan zal het emotioneel geïntegreerd te zijn.
Dan kun je in het middelpunt van de belangstelling staan, omdat je bijvoorbeeld iets te zeggen of te doen hebt dat de aandacht verdient, zonder dat het schreeuwerig wordt of in conflict komt met een ander. Dan hoef je niet perse gelijk te hebben, maar kun je open luisteren naar het verhaal en de argumenten van een ander.
Dan heb je een krachtige persoonlijkheid.’
Bron: ontmoeting met je schaduw, C.Zweig& J. Abrahams (red.)
Zeven vragen bij een gekwetst ego
1. Het is goed om een goed opgebouwd ego te hebben: het helpt ons om ons staande te houden in de wereld. Het is het centrum van onze bewuste persoonlijkheid. Een persoonlijkheid is iets wat min of meer vanzelf ontstaat. Maar er bestaat niet zoiets als een ideale persoonlijkheidsstructuur. Hoe sterk is jou ego?
2. Ontdek je eigen overtuigingen. Wat heb je geleerd? Deze overtuigingen hebben je geholpen om in de oude situatie te passen. Daar was het gras groen en de krokodil paars. Wat klopt nog? Is het gras nog steeds groen? En is de krokodil nog steeds paars? Alleen als je overtuiging nog past kan je hem meenemen. Maar als jou krokodil in de natuur zwemt en niet lijkt op paars; dan is het goed om jou overtuiging voor jou situatie aan te passen.
3. Accepteer dat jij bent zoals je bent. Ook al kreeg je vroeger vaak te horen dat je een dromer was of een echte jongen. Deze kwaliteiten mogen er zijn. Zij horen bij jouw en ze passen bij je. Als jij doet waar jij voor in de wieg gelegd ben, dan passen jouw ervaringen en jouw levenskwaliteiten daar precies in! Welke kwaliteiten herken je van je zelf?
4. Kijk rustig en met je aandacht naar jezelf en wat je beweegt. Wat voel je, wat leeft er in je? Merk op dat je je niet altijd hetzelfde voelt. In de ene situatie ben je rustig, soms ben je bang of onrustig, er zijn dingen die bezighouden. Blijf daar niet te lang in hangen. Neem waar en laat het zijn. Kun je zijn zonder een oordeel te vellen?
5. Met het zien van je eigen kwaliteiten, kan er een wens ontstaan om met jouw kwaliteiten wat te gaan doen. Zet je doelen, schrijf ze op, zet je intentie. Zet je stappen en vertrouw dat jij jouw kwaliteiten kan gebruiken op de manier zoals jij het wil. Dan mag je loslaten. Het laten gebeuren. Je zult merken als je loslaat, dat je stap voor stap datgene doet wat de bedoeling is. Je kunt af en toe je doel en je intentie erbij pakken om te kijken of je op de goede weg zit. Vertrouw dat het gaat gebeuren. Zet je doel en schrijf je intentie op.
6. Beleef het leven. Kijk wat jij nodig hebt en geef jezelf ruimte om te genieten en contact te maken met wat in jou leeft. Als jij plezier en ontspanning in je leven kunt toelaten, als jij mag zijn wie jij bent dan voel jij je veel beter. Dan kan jij de signalen van jouw ziel oppikken. Die signalen uiten zich vaak in dromen, ingevingen en soms letterlijk in je lijf. Welke ingeving heb je nu?
7. Je hebt je persoonlijkheid nodig om je ziel te laten groeien. Als we niet leren om ons lekker te voelen in ons lichaam, vrede krijgen met ons zelf; ontstaat er een wankele persoonlijkheid. Het is belangrijk dat je leert dat je een lichaam hebt, dat je dat niet bent. Zo is het ook met emoties en gedachten: je hebt ze, je bent ze niet. Als je een stabiele persoonlijkheid hebt, hoef je niets meer toe te eigenen: dan kan er ruimte ontstaan voor de ziel. Dan kan je ruimte zijn. Je komt dan op een omslagpunt. Niet mijn ziel of ‘ik’ moet groeien. Het gaat het er om dat we alle ‘mijn’, alle ‘eigendom’, alle
toe-eigening loslaten en iets volkomen anders dan onszelf in ons laten groeien.