Vak07


7. Zelfbedrog

7. Psychologie

De basis van seksuele energie vraagt een verbinding met het hart: dit gaat over het houden van jezelf. Kan jij van jezelf houden?

 

Het belang van Intimiteit en seksualiteit

‘Ik voel me zo verstard verzuchtte mijn cliënt, wat kan ik daar aan doen?’

Zij was al lang niet meer met haar partner intiem. Aanraking, streling daar deden ze niet aan. Toen we daarover spraken zei ze opeens: mijn hond knapt op van mijn aanraking.

Intimiteit en seksualiteit behoren tot de basale levensbehoeften. Intimiteit gaat in dit opzicht veel verder dan lichamelijk contact.

‘Intimiteit kan omschreven worden als de mate waarin de mens een persoonlijk contact maakt met een ander, waarbij de grenzen van elkaars lichaam en van elkaars geest, ieders waarnemingshorizon, met elkaar verweven kunnen worden.’

Seksuele energie is in essentie levensenergie. Ontkenning van seksualiteit, gaat over ontkenning van je bestaan. Seksualiteit gaat veel verder dan seks. Het gaat over de energie en stroming van contact, liefde en schoonheid die in jou aanwezig zijn.

De basis van seksuele energie vraagt een verbinding met het hart: dit gaat over het houden van jezelf. Je kunt pas van een ander houden als je eerst van je zelf houd. Dit zal je omgang met seksuele energie totaal veranderen. Het zal je relatie veranderen met jezelf en je relatie met anderen.

Houden van jezelf vindt zijn oorsprong in je kindertijd. Al je ervaringen van toen tot nu, zijn bepalend hoe liefdevol jij naar jezelf kan zijn. Nu als volwassen persoon kan je kijken naar je relaties, hoe het staat met; van jezelf houden .

Seksualiteit en intimiteit maar ook het misbruik daarvan zijn erg met elkaar verbonden. Als je kijkt naar de ontwikkelingsfasen van de mens dan begint het met het oogcontact tussen moeder en kind. In deze fase is het kind afhankelijk en hulpeloos en leert het om naast afhankelijkheid ook veiligheid te ervaren. Psychologe Delfos heeft 13 fasen in intimiteit en seksualiteit beschreven. Beginnend bij de wieg en eindigend bij het graf.

‘De mens is in elke fase sterk afhankelijk van zijn ervaringen met betrekking tot het kunnen geven en ontvangen van afhankelijkheid en veiligheid. De capaciteit tot hechten uit de eerste twee fasen, de capaciteit tot geven uit de derde fase, de capaciteit tot emotioneel contact uit de vierde fase, de capaciteit tot gelijkwaardige relaties uit de vijfde fase, de mate van gevormde eigenheid uit de zesde fase en de capaciteit tot seksueel contact uit de zevende fase worden nu getoetst op hun reikwijdte. In deze fase zijn dan ook het sterkst de verstoringen uit de vroegere fasen zichtbaar. In een partnerrelatie komen voor het eerst, gelijktijdig, al deze fasen bloot te liggen.’

Daarmee wordt zichtbaar dat intimiteit en seksualiteit enorm belangrijk zijn in de vorming van de identiteit. Verstoringen, seksueel misbruik en ander trauma kunnen enorm ingrijpend zijn in de ontwikkeling van volwassen seksualiteit, maar ook om je veilig te voelen en te kunnen genieten van seksualiteit.

Zeven vragen bij het belang van intimiteit en seksualiteit

1. Het menselijke lichaam is zo wonderbaarlijk: het stelt je in staat om je te bevrijden van trauma’s door lief te hebben en geliefd te worden. Heb je lief en wordt je geliefd?

 

2. Richt je op wat er mogelijk is; er hoeft geen doel behaald te worden. Wat ervaar je in je lichaam?

 

3. Aanraking, intimiteit geeft je toegang tot je ongebruikte potentieel. Kun je voelen wat er aangeraakt wil worden?

 

4. Je lichaam heeft je aandacht nodig. Het is de tempel van je ziel, oftewel het huis van je ziel. Lichaam en ziel zijn met elkaar verbonden. Hoe zie jij deze relatie?

 

5. Door jezelf liefdevolle aandacht toe te staan en ook aan jezelf te geven ontvang je meer levenskracht, levensvreugde en gezondheid. Herken je dat je lekkerder in je vel zit als je in liefdevolle aandacht bent voor jezelf of naar de ander?

 

6. Neem tijd voor je zelf, in die stilte ontdek je wat je nodig hebt en op welke wijze.

 

7. Wees dankbaar voor je lichaam dat voortdurend tot je beschikking staat. Het lost zoveel voor je op. Alles wat voor jou teveel is en wat je niet kunt verwerken, wordt door je lichaam opgevangen.

Wat kan jij niet verwerken en lost het lichaam voor jou op?

 

 

7. Spiritueel

Je vereenzelvigen met je lichaam, met je ziekte, met je denken maakt dat je vergeet wie je werkelijk bent. Wie ben jij werkelijk?

 

Ik ben vergeten wat ik werkelijk ben

Vrijwel alle godsdiensten en levensbeschouwingen gaan er van uit dat een mens een kern heeft, een essentie. Dat wordt meestal de ziel genoemd. Het is ons diepste en het omvat alles. De ziel woont in een lichaam en dat lichaam heeft bewustzijn. Het heeft (zelf)besef, voelt geluk, pijn, honger en plezier. Je kan op vele manieren denken en voelen: je hart doet pijn als je een ander ziet lijden, je geest doet pijn je een moeilijke beslissing moet nemen, je lichaam doet pijn als je iets verkeerds eet. En in al die gevallen heb jij pijn. Problemen ontstaan als je je niet bewust bent van die onderscheidingen: het lijkt soms alsof er veel soorten ik zijn maar er is er maar 1. De problemen komen als er niet goed wordt geluisterd; naar je lichaam, naar je ziel (je geweten), naar je geest. Of als je het een met het ander verwart, zoals ascetische gelovigen die het lichaam verwaarlozen of hedonisten die de geest verwaarlozen.

Veel godsdiensten gaan er ook van uit dat de ziel in eeuwigheid bestaat en absoluut is. Die bezit wat men noemt zuivere waarheid. Vindt je die dan heeft je ziel eeuwige rust, doe je daar slordig mee dan heeft zowel je ziel als het huis waarin die woont (je lijf en je geest) problemen

Ik ben vergeten wat ik werkelijk ben, want ik heb mijn lichaam met mezelf verward. Ziekte is een verdediging tegen de waarheid. Maar ik ben geen lichaam. En mijn denkgeest kan niet aanvallen. Dus kan ik niet ziek zijn.

1. Hoe denk je over het idee dat negatieve gedachten en oordelen invloed hebben op hoe je jezelf ziet?

2. Hoe ga jij om met stress en onzekerheden over de toekomst? Merk je dat deze gedachten je humeur beïnvloeden?

3. Vind je je lichaam belangrijker dan je geest? Of denk je dat ze gelijkwaardig zijn?

4. Denk je dat er een verschil is tussen wie je bent van binnen (je ziel) en je fysieke lichaam? Wat maakt ze anders of hetzelfde?

5. Heb je ooit een situatie meegemaakt waarin je het verschil tussen je lichaam en je innerlijke zelf hebt gevoeld?

Gebaseerd op ‘Cursus in wonderen’