Vak11-3


11. Openbaring

11. Psychologie

Vanuit vertrouwen kun je open leven, vanuit liefde voor jezelf en de ander zul je het juiste doen. Vanuit deze openheid kan ik ontdekken wat onder mijn verdediging ligt. Dan ik veel grootser en krachtiger ben. Dat dat misschien wel is wat ik heel moeilijk kan aanvaarden.

Ik handel vanuit de overtuiging dat ik altijd geobserveerd wordt

Ik heb deze week vanuit mijn droom ontdekt dat ik het idee heb dat ik voortdurend door een menselijk oog gezien wordt. Vanuit dat gevoel overdrijf ik, maak ik understatements; ik legitimeer mij vanuit het oog van de ander. Mijn geweten is gebaseerd op de overtuiging dat een ander mij ziet; wat zou hij zeggen. Hoe kan ik mij verdedigen, hoe kan ik mij indekken.

Dit gevoel altijd gezien te worden, maakte een innerlijke dialoog een innerlijk geweten minder belangrijk. Ik ben altijd bezig om mij bij voorbaat te verdedigen. Vanuit minderwaardig voelen ben ik bij voorbaat minder, dus ik moet meer doen. Vanuit het zelf niet goed te doen en altijd fout te maken, verlies ik mijn natuurlijkheid. Zodra ik politie zie, controleer ik of ik niet te hard rij, of ik alles doe wat hoort.

Zo geven sancties en de mogelijkheid daarvan een schijnveiligheid weer. Als ik doe hoe het hoort, dan kunnen zij mij niets maken.

Verdedigen, doen zoals het hoort, komt voort uit angst. Angst vergroot elke verdediging, omdat je denkt dat die je veiligheid biedt. Ieder verdedigingsplan versterkt het geloof en het vertrouwen in de verdedigen. De sloten worden zwaarder, het slot wordt steviger van het fort waar jij achter zit.

Wat verdedig ik nu eigenlijk?

Ik moet wel heel kwetsbaar zijn als ik mij zo verdedig.

Onlangs had ik woorden met mijn partner. Vele scenario’s waren al in mijn hoofd. Van de ene extreme naar de andere extreme. Ik zag oude patronen herhalen. Oude valkuilen, waarin ik zo stom opnieuw was ingestapt. Totdat wij in gesprek kwamen. Alle scenario´ s vielen weg, het was heel anders dan ik had bedacht. Geen oude patronen, geen oude valkuilen, alleen maar mijn angst. En het zat allemaal in mijn hoofd.

Als nu al mijn verdediging, al mijn aannames in mijn hoofd zitten wat ben ik dan aan het doen? Ik ben zelf aan het vastbinden in hoe het hoort, in alle mogelijke situaties die ik voor wil zijn. Ik ben mezelf in een onmogelijke positie aan het brengen. Dan ben ik meer dan kwetsbaar, dan ben ik speelbal. Dan ben ik tegen mij zelf.

Hoe zit het dan?

Als kind kom je in de wereld, lichamelijk zo kwetsbaar. Toch ben ik opgegroeid tot een volwassen vrouw, zonder noemenswaardig grote problemen, mijn lichaam volledig intact. Vanuit kwetsbaarheid is dat niet te verklaren.

In het bovenstaande stukje ben ik volledig voorbij gegaan aan de kracht die in de mens aanwezig is. Het vertrouwen dat ik gesteund en geholpen zal worden als ik daarom vraag, voorbij de wetenschap dat een mens ´bergen´ kan verzetten. Als ik in mijn angst en in mijn verdediging zit ben ik deze kant van mijn mens-zijn volledig vergeten. Mijn aandacht is dan gericht om controle te krijgen over alle toekomstige gebeurtenissen.

Vanuit vertrouwen kun je open leven, vanuit liefde voor jezelf en de ander zul je het juiste doen. Vanuit deze openheid kan ik ontdekken wat onder mijn verdediging ligt. Dan ik veel grootser en krachtiger ben. Dat dat misschien wel is wat ik heel moeilijk kan aanvaarden.