28. Liefde
28. Psychologie
Mijn vader is mijn gids, hoe kan ik dat accepteren als ik de pijn die om zijn leven en sterven nog niet kan toelaten?
Mijn vader
Regelmatig zie ik een Vlaamse gaai: dan denk ik aan mijn vader.
Als ik met mijn zus wandel. Is mijn vader met ons, in onze woorden, in onze gedachten.
Ik heb mijn vader met mijn moeder gezien; het was goed.
En ik heb het daarbij gelaten.
Goed.
Onder dit goed – zat een oude pijn.
Maar zolang het goed gaat met mijn ouders, kan ik mijn pijn wegzetten.
Nu is het moment dat deze oude pijn losgelaten wil worden. Het wil gezien en erkend worden.
Mijn pijn zorgt ervoor dat ik in oude patronen blijf hangen.
Mijn oude pijn zorgt ervoor dat ik me niet kan openen. Het zit als verdikking in mijn kanaal. Het licht kan er niet door. Het licht stoot tegen mijn pijn. Ik kan er niet meer omheen. Mijn kanaal wil meer licht ontvangen. Mijn pijn wil gezien en erkend worden.
Dan stroomt het eruit. De pijn van niet gezien, niet erkend en niet bevestigd te worden.
Ik was anders, ik werd niet begrepen. En daarbij nog eigenwijs ook.
Ik trok me terug. In mijn eigen wereld. Ik stopte mijn pijn weg. Ik voedde mijzelf, zoveel als ik kon. Mijn pijn voedde mij, gelukkig was er ook voldoende licht. Maar mijn pijn niet gezien en niet begrepen te worden knaagde aan mijn wortels. Als ik het alleen zo zag, was het dan waar?
Als niemand het begreep, klopte het dan wel?
Twijfel in mijn hart. Mijn ontwikkeling ging door, maar de twijfel was altijd aanwezig. Nu klopt de liefde opnieuw aan de deur. Mijn deur is niet open. Mijn kanaal is gedeeltelijk verstopt. Ik kan de waarheid niet volledig zien. Mijn licht wordt gefilterd door pijn. Ik kan mijzelf nog niet volledig vertrouwen; er is te veel twijfel in mijn hart.
Maar de liefde klopt aan, is hardnekkig: laat je oude pijn los. Ga door je oude pijn heen. Je hebt het zelf vastgehouden. Het was niet jou schuld dat ze jou niet begrepen. Je was het nieuwe licht. Wat niet begrepen werd. Laat je licht niet doven.
Ik kan het niet bevatten. Wordt ik werkelijk uitgenodigd, is het werkelijk waar; geen droom?
Mijn vader overlaad mij met bloemen! Mijn vader!
Wat moet mijn vader met mij?
Mijn vader wil zijn liefde aan mij kenbaar maken. Ik heb zoveel liefde gevoeld toen ik afgelopen jaar mijn beslissing nam om alleen verder te gaan. Die liefde is weer voelbaar. Ik kan het alleen nog niet geloven. Mijn vader!
Nu moet ik alles in een ander licht gaan zien. Mijn vader, die ik op emotioneel gebied niet als vader had, is nu luid en duidelijk aanwezig. Hij is mijn gids. Hij wil mij gidsen. Zolang ik mijn oude pijn over onze relatie niet loslaat, kan ik mij niet open zijn voor zijn leiding. Zolang ik niet open kan zijn, kan ik mijn mannelijke zachte kant niet toestaan. Kan ik mijn mannelijke krachtige kant niet toestaan. Dan trek ik nog steeds de verkeerde mensen aan. Lieve Vader laat de liefde in mij stromen. Laat mij mijn pijn voelen en loslaten. Laat mijn eenzaam achter mij, zodat ik de verbinding kan voelen. Ik heb me zo eenzaam gevoeld. Zo alleen, niet niemand gezien, door niemand herkend.
Wat als er alleen maar liefde is? Liefde in mij, liefde voor mij. Ik hoef mij alleen maar open te stellen. Mij te verbinden, met deze allesomvattende liefde. Ik heb mijn last gedragen, ik heb mijn pad gelopen. Er is een nieuwe weg die mij roept. God roept mij om de liefde te ontvangen en me te openen voor de liefde. Om liefde te zien, en liefde te zijn. Oude pijn, oude littekens vervagen. Ik ben bedoeld voor de liefde. Ik ben bedoeld om liefde te ontvangen en te delen. Ik mag vertrouwen dat er in alle opzichten voor mij gezorgd worden. Overvloed is in mijn leven. Overvloed aan liefde en vreugde is mijn deel. God is bij mij. Ik ben vervuld en ik mag het uitstralen.
Dank u Heer! Dank u pa